Achtergrond

Ik kan me enorm verwonderen over hoe mooi het leven op deze planeet is. De zon, wolken, wind en regen. De bloemen en planten die elk jaar weer opkomen, groeien en bloeien, en weer verwelken. De dieren die geboren worden, rondlopen, vliegen of zwemmen, en sterven. En dan de mensen – een kolkende massa van hoop, dromen, plannen, vriendschappen, liefde, geboorte, leven, dood.

Het leven als geheel is een voortdurende transformatie. Steeds ontstaat nieuw leven als het schijnbaar verdwenen is. Maar het is ook broos. Ineens kan er een stukje niet meer zijn.

Het raadsel van bewustzijn. Het vermogen tot herinnering. Waardevolle gereedschappen maar soms lastig te hanteren. Waardoor we het ons soms zo moeilijk maken. Ieder draagt een hele eigen wereld met zich mee. Gekleurd door het persoonlijk verleden, individuele waarneming, en gestuurd door eigen dromen.

En wat zijn we met veel! We bouwen structuren om het leven met elkaar in goede banen te leiden. Maar vaak wordt het middel het doel, en word je in een vorm gedrukt die nou eenmaal past in de puzzel die we van het voorbeeld namaken. Hoe blijf je bij jezelf? Ben je een puzzelstukje of help je mee de afbeelding op de puzzel te tekenen? Draag jij het leven, of draagt het leven jou? Eindeloos intrigerend.

Ik heb een sterke drang om te begrijpen hoe dingen werken, en om ze te ordenen. Misschien ben ik daarom wiskunde en natuurkunde gaan studeren. Een overzichtelijke manier om naar een stukje van de wereld te kijken. Maar het leven is niet altijd overzichtelijk. Wat nu zeker lijkt, kan morgen in elkaar storten. Hoe kun je werkelijk vrij zijn als dat afhangt van de toestand van de buitenwereld?

Er is niets om je aan vast te houden. Misschien is dat wel de ultieme vrijheid.